Contactpersoon: Peter Fransen (p.fransen@astrumcollege.nl)
Uit ons onderzoek is gebleken dat leerlingen in een kwetsbare positie meer steun en begeleiding nodig hebben om op de goede plek in het mbo in te burgeren. Deze doelgroep is heel divers en hebben verschillende soorten van ondersteuning en oefensituaties nodig. In het onderzoek kwamen vele redenen van uitval op het mbo naar voren, deze hadden te maken met de mate van flexibiliteit, stabiliteit, vaardigheden, zelfstandigheid en motivatie.
De doorstroomcoach kan al in een vroeg stadium op het vo in gesprek gaan met de jongere en zijn/haar mentor (betrokkenen) en samen onderzoeken wat nodig is en ontwikkeld kan worden voor de jongere. Er kan een ontwikkelings-/actieplan op gesteld worden om tot een realistische opleidingskeuze te komen en een zachte landing in het mbo.
Als de doorstroomcoach is ingeschakeld blijft deze de leerling/student volgen en contact houden, acties ondernemen, de weg wijzen tot de student zijn plek op het mbo gevonden heeft.
We zien de doorstroomcoach als een spin in het web. Iemand die veel kennis heeft van het mbo, oefenmogelijkheden kent en “out of the box” kan denken, maar zich ook verdiept in de persoonlijke situatie van de student en daar de risico’s onderkent en hier actie op onderneemt. Dit kan zijn therapie, stage, bijbaantje, extra begeleiding bijv. in de lange, vrije zomerperiode na de vo examens (zomerlek), etc.
Voor borging in het onderwijssysteem gaan we contact zoeken met de andere projecten van de LRA zoals de sluitende keten en de warme overdracht. De LRA maar ook het samenwerkingsverband kan hier iets in betekenen.